-
1 dirt
n. vuil; stof; roddelpraat[ də:t]1 vuil ⇒ modder; drek, stront; viezigheid, smerige troep♦voorbeelden:1 that woman is as cheap/common as dirt • dat is een ordinaire/vulgaire vrouwtreat someone like dirt • iemand als oud vuil behandelen¶ eat dirt • beledigingen (moeten) slikken, door het stof moeten〈 spreekwoord〉 fling enough dirt and someone will stick • 〈 ongeveer〉 wee de wolf die in een kwaad gerucht staat -
2 do someone dirt
-
3 dirty
adj. vuil, vies, smerig; stormachtig--------v. vies, vuil; vies worden, vervuilendirty1[ də:tie] 〈bijvoeglijk naamwoord; dirtily〉1 vies ⇒ vuil, smerig2 obsceen ⇒ vuil, schunnig3 verachtelijk ⇒ laag, gemeen, oneerlijk4 sterk radioactief ⇒ met veel radioactiviteit/radioactieve neerslag, vuil♦voorbeelden:2 dirty words • obscene/vieze woordenplay a dirty trick on someone • iemand een gemene streek leveren¶ 〈 informeel〉 get the dirty end of the stick • oneerlijk behandeld worden, opgezadeld worden met het vervelendste werkwash one's dirty linen in public • de vuile was buiten hangendirty money • vuil werk toeslag————————dirty2〈 dirtied〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bevuilen ⇒ vuil/smerig maken————————dirty3♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский